Automotive12 ½ jaar, wat is er bereikt?
12 ½ jaar, wat is er bereikt?
Inleiding
Op 29 september 2011 is de stichting Duurzaam Repareren gestart met het programma Duurzaam Repareren. We blikken terug naar de ontwikkeling van het programma, de organisatie, maar vooral schetsen we wat er is bereikt. Immers, noch de organisatie noch het programma is een doel op zich. Verduurzaming is het doel.
Het programma
Het inhoudelijke programma was in 2011 gebaseerd op de richtlijnen Duurzaam Inkopen Mobiliteit van de overheid, het toenmalige Agentschap. Zij hadden met betrekking tot de life cycle van voertuigen (reparatie, onderhoud en schadeherstel), duurzaamheidscriteria geformuleerd. Dit was een belangrijk initiatief, omdat men hiermee als eerste een start maakte duurzaamheidseisen te stellen aan de automotive bedrijven die services leveren.
Inhoudelijk bleek het echter een redelijk beperkte benadering van zaken. In 2014 besluit het College de analogie te zoeken met ISO26000. Hoewel dit ISO-programma niet bedoeld is voor certificatie, blijkt het wel het meest compleet in de benadering van duurzaamheid. Met ISO-26000 is feitelijk de grondslag gelegd voor de duurzaamheidsbasis Environment, Social & Governance (ESG).
De stichting heeft de criteria uit ISO-26000 omgezet naar normatieve criteria, zodat het gehanteerd kan worden voor certificatie. De grootste uitdaging was echter een praktische vertaling te maken. Alleen als de onderneming begrijpt wat de criteria voor hem betekenen ontstaan handelingsperspectieven die tot verduurzaming leiden.
Het programma kent een incrementele ontwikkeling door de jaren heen. Hiervoor zijn een aantal redenen:
Environment
Chemie producenten ontwikkelden en ontwikkelen steeds meer producten die minder schadelijk zijn voor het milieu. Dit leidt er toe dat het programma steeds vaker het gebruik van conventionele producten uitsluit.
Social
Wat maatschappelijk verantwoord wordt geacht, verschuift voortdurend. Het voorkomen van kinderarbeid was bij de start vanzelfsprekend, maar gaandeweg kwamen daar bijvoorbeeld onderwerpen als de duurzame inzetbaarheid van medewerkers en recent het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag bij.
Governance
Dit hoofdstuk kwam twaalf jaar geleden niet vaak in de gedachte op wanneer men het over duurzaamheid had. Maar zaken als eerlijk zaken doen, eerlijke marketing, klokkenluidersregeling, bonussen aan bestuurders, zijn natuurlijk ook zaken die de houdbaarheid van de onderneming bepalen. Governance werd een van de drie pijlers van duurzaamheid.
De meest recente majeure ontwikkeling van het programma is de analogie met de EU Sustainability Reporting Standard, de ESRS. Dit is de rapportage standaard voor de Corporate Sustainability Report, dat voor veel grote ondernemingen integraal onderdeel zal worden van het financiële jaarverslag. Omdat men niet alleen de eigen ESG-prestaties moet rapporteren, maar ook die in de waardeketen, was het verstandig het programma compliant aan de ESRS te maken.
Kwaliteitsontwikkeling programma
Door de aanpassing aan de ESRS, worden de aangesloten bedrijven getoetst op alle relevante ESG-criteria. De stichting kan hierdoor de ESG-prestaties van de netwerkpartners rapporteren aan de opdrachtgevers, zoals leasemaatschappijen en verzekeraars. Dit maakt de rapportageverplichtingen voor de opdrachtgevers en voor de aangesloten bedrijven een stuk eenvoudiger.
De organisatie
In 2012 start de organisatie met het duurzaamheidsprogramma Duurzaam Repareren in de automotive sectoren in Nederland. Er wordt een College van Deskundigen geformeerd onder voorzitterschap van de ANWB, die het programma gaat beheren. De ontwikkeling van het programma hebben wij voorgaand beschreven.
In 2016 start men met een vergelijkbaar duurzaamheidsprogramma in de property sector, onder de naam Duurzaam Herstel. Deze sector krijgt een eigen College, onder voorzitterschap van a.s.r. Verzekeringen.
In hetzelfde jaar start de organisatie met een vergelijkbaar programma in de automotive sectoren in België en Luxemburg. Uiteraard krijgt België een eigen College onder voorzitterschap van Alphabet.
In 2018 wijzigt men in Nederland de namen Duurzaam Repareren en Duurzaam Herstel in één label en beeldmerk: GroenGedaan!. In Belgie en Luxemburg blijven de namen Duurzaam Repareren en Réparer Durablement ongewijzigd.
Het aantal aangesloten vestigingen stijgt door de jaren heen gestaag. Vanaf 2023 is het beeldmerk te vinden op 4.500 locaties in de BeNeLux.
In 2023 opent men een vestiging in Frankrijk. Doel is om in Q3 2024 daar eveneens operationeel te worden.
De resultaten
Zoals in de inleiding geschreven, noch de organisatie noch het programma is een doel op zich zelf. De vraag is dus of de activiteiten tot veranderingen hebben geleid. Wij brengen dit in beeld per ESG-segment.
Environment
De bedrijfsactiviteiten van de doelgroepen hebben op veel onderdelen hun impact op het milieu.
Milieu verontreiniging
Bij de start blijken er veel producten gebruikt te worden die blijvend schadelijk zijn voor het milieu. In samenwerking met de grootste chemieproducenten worden er regels gesteld aan de producten die gebruikt mogen worden.
Inmiddels zijn producten met de volgende gevaren niet meer toegestaan:
- H400 Very toxic to aquatic life
- H401 Toxic to aquatic life
- H410 Very toxic to aquatic life with long lasting effects
- H411 Toxic to aquatic life with long lasting effects
- H412 Harmful to aquatic life with long lasting effects
- H420 destroying ozone in the upper atmosphere
Dit heeft er toe geleid dat er significant minder middelen worden gebruikt die (blijvend) schadelijk zijn voor het milieu. Maar ook dat door de jaren heen producenten hebben geïnnoveerd op minder schadelijke producten, met dezelfde functie en werking.
Bodemverontreiniging
Een ander groot risico dat wij onderkenden is bodemverontreiniging. Hiervoor zijn in het programma criteria opgenomen die in eerste aanleg bodemverontreiniging moeten voorkomen. Zoals vloeistofkerende vloeren en het beschrijven van procedures bij incidenten.
CO2eq voetprint
Hoewel de CO2eq één van de criteria binnen het Environment domein is, is het een criterium dat bij velen tot de verbeelding spreekt, wanneer het over duurzaamheid gaat. Het programma bevat diverse onderdelen die tot verlaging van de uitstoot leiden, bijvoorbeeld:
- Herstellen i.p.v. vervangen;
- Maximale droogtijden spuit/ droogcabine
- Registratie en ambitie energieverbruik (awarness)
- Hergebruik
- Voorkomen afval
- Recycling
Vraag is natuurlijk of dit ook daadwerkelijk tot reductie heeft geleid? Metingen in 2016 lieten een gemiddelde uitstoot zien van 75kg per doorgang. Hierbij zijn uitsluitend de up- en downstream criteria uit scope I en scope II meegenomen. De LCA’s in scope III zijn niet (altijd) bekend, noch heeft de ondernemer hier invloed op.
In 2021 zijn wij gestart met GroenGedaan! Plus. Bij dit programma maken wij een carbon footprint, een reductie plan en is een (eventuele) offset mogelijk. Door dit programma waaraan enkele honderden bedrijven deelnemen hebben wij een zeer goed beeld gekregen van de actuele uitstoot en waardoor dit veroorzaakt wordt.
In de bovenstaande grafiek kunnen we lezen dat de maatregelen tot reductie van de uitstoot heeft geleid. In 2021 is de uitstoot iets sterker. Dit wordt veroorzaakt door de extreme prijsstijging van de energievoorzieningen, waardoor men hierop heeft bezuinigd. Ook heeft de introductie van een nieuwe generatie luchtdrogende lakken (autoschade herstel) geleid tot verlaging van het gasverbruik en daarmee de CO2eq uitstoot . Deze lakken hoeven niet meer in de droogcabine gedroogd te worden. Bij de schadeherstellers is de spuit- droogcabine goed voor een derde van het gasverbruik.
De bedrijven die deelnemen aan het programma GG! Plus volgen een custom made reductie programma en blijken in staat de reductie verdergaand door te voeren. Het marktgemiddelde ligt in 2023 op 45kg per doorgang. Bij de GG! Plus bedrijven op 29kg per doorgang.
In relatie tot de klimaatdoelstellingen, 50% reductie in 2030, heeft de markt deze doelstelling al voor een belangrijk deel bereikt. De GG! Plus bedrijven hebben dit nu al bereikt.
Overigens nemen er ook autoglas schadeherstellers deel aan het GG! Plus programma. Bij deze doelgroep nemen we in de berekening ook de LCA van de ruiten die men monteert mee (scope III). De grote leveranciers (Autover, Pilkington en AGC), hebben gezamenlijk de LCA door een geaccrediteerde organisatie laten berekenen en ons ter beschikking gesteld. Hierdoor valt de uitstoot bij deze doelgroep hoger uit. Gemiddeld is de uitstoot 72kg per doorgang.
Social
Het social domein kan worden betiteld als ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’. Kunnen we stellen dat wij de bedrijven maatschappelijker hebben gemaakt?
In zijn algemeenheid leert ons de ervaring dat vrijwel alle ondernemers intrinsiek gemotiveerd zijn om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Maar veelal is men er onbekend mee welke factoren hierbij van toepassing zijn en komt men niet veel verder dan het sponsoren van de plaatselijke voetbalvereniging.
In het programma GG! krijgt men (praktische) handelingsperspectieven aangereikt:
- Het leveren van een bijdrage aan de directe leefomgeving;
- De zorg voor een veilige werkomgeving
- Handvatten tot de Sustainable Development Goals
- Klachtenregeling en klanttevredenheid meting
- Due dilligence
- Eerlijke beloning
Veel programma’s zijn er op gebaseerd dat men zaken goed administreert en verbetering nastreeft. GG! is echter normatief. Men moet aan de criteria in het programma voldoen.
Naast de bovenstaande opsomming bevat het programma ook criteria zoals:
- Ontwikkeling medewerkers (opleidingen & training)
- Medezeggenschap
- Medewerkerstevredenheid
- Gevaarlijke stoffen
Bij de start zagen wij dat er veel middelen werden gebruikt die schadelijk zijn voor de gezondheid van de medewerkers. Samen met de chemieproducenten hebben wij dit in beeld gebracht en wordt het gebruik van producten met onderstaande gevaren uitgesloten:
- H300 Fatal if swallowed
- H301 Toxic if swallowed
- H310 Fatal in contact with skin
- H311 Toxic in contact with skin
- H314 Causes severe skin burns and eye damage
- H315 Causes skin irritation
- H317 May cause an allergic skin reaction
- H318 Causes serious eye damage
- “H319 Causes serious eye irritation”
- H330 Fatal if inhaled
- H331 Toxic if inhaled
- H334 May cause allergy or asthma symptoms or breathing difficulties if inhaled
- H335 May cause respiratory irritation
- H336 May cause drowsiness or dizziness
- H370 Causes damage to organs
- H371 May cause damage to organs
- H372 Causes damage to organs through prolonged or repeated exposure
- H373 May cause damage to organs through prolonged or repeated exposure
- H350 May cause cancer
- H351 Suspected of causing cancer
- H340 May cause genetic defects
- H341 Suspected of causing genetic defects
- H360 May damage fertility or the unborn child
- H361 Suspected of damaging fertility or the unborn child
Dit maakt dat wij de stelling aan durven dat de bedrijven aantoonbaar maatschappelijk verantwoord ondernemen. Of beter gezegd ‘zijn gaan ondernemen’. Want, de ervaring leert ons dat bedrijven veel van deze zaken voor de deelname aan het programma nog niet voor elkaar hadden.
Governance
Hoewel dit vaak niet tot de verbeelding spreekt is dit onderwerp is een onlosmakelijk onderdeel van de duurzaamheidsdefinitie. Het programma GG! bevat onder andere de volgende criteria in dit domein:
- Het hebben van een actueel RI&E
- Aanstellen vertrouwenspersoon
- Aanstellen Preventiemedewerker
- AVG/ GDPR
- Gedragscode integriteit
- Code of conduct fraude*
- Bonusregeling bestuurders*
- Besturing van de organisatie*
* alleen voor corporate bedrijven (lease, logistiek, etc.)
Een bedrijf die deze zaken niet goed op orde heeft, is naar onze mening ook niet toekomstbestendig. En, dat is waar het bij duurzaamheid uiteindelijk over gaat. Wat bevestigt dat Governance een essentieel onderdeel van duurzaamheid is.
Net als bij de Social paragraaf zien we ook hierbij dat bedrijven die aansluiten veel van deze zaken nog niet voor elkaar hebben. Gelukkig kunnen we, met 4.500 certificaathouders, nu stellen dat veel bedrijven in Nederland, België en Luxemburg hun maatschappelijke verantwoordelijkheid op orde hebben.
Samenvatting
De branches waarin ons duurzaamheidsprogramma operationeel is zijn sinds de start een stuk duurzamer geworden:
- Men gebruikt minder producten die schadelijk zijn voor het milieu
- Men voorkomt bodemverontreiniging
- Het hergebruik is toegenomen
- Afval is gereduceerd
- Recycling wordt beter toegepast
- De CO2eq uitstoot is verlaagd
- Men gebruikt geen producten die schadelijk zijn voor de gezondheid
- De duurzame inzetbaarheid van de medewerkers is bevorderd
- Men voldoet aan de wettelijke ESG-eisen
- Due dilligence en integriteit is geborgd
Deze majeure ontwikkelingen in de markt kunnen wij niet exclusief aan ons conto toekennen.
De stichting heeft als een katalysator gewerkt en zaken in beweging gebracht. Maar wellicht belangrijker is, dat we het voor ondernemers tastbaar hebben gemaakt. Door zaken concreet te maken in ieders vakgebied en voor iedere bedrijfsgrootte. Alleen als men weet wat men moet doen, leidt dit tot verandering. En, het feit dat we er op controleren dat men deze veranderingen ook daadwerkelijk doorvoert helpt natuurlijk.
Zoals eerder opgemerkt is duurzaamheid geen moment opname. Niet het halen van een certificaat en daarmee klaar zijn. Duurzaamheid is een weg! En, bovendien een route die voortdurend wijzigt.
Waar wij gisteren niet bij stilstonden, is morgen maatschappelijk onbetamelijk. Bijvoorbeeld grensoverschrijdend gedrag. En daarmee is het dus een duurzaamheidsissue.
Wat gisteren nog niet kan is morgen wel mogelijk. Bijvoorbeeld styreenvrije plamuur of biodegradable verf. En daarmee is het dus een duurzaamheidsissue.
GroenGedaan! beweegt niet alleen mee, maar neemt ook de deelnemende bedrijven hierin mee. We zijn dus nog lang niet uit ontwikkeld.
Stichting Duurzaam
Maart 2024